Kamer stemt in met wetsvoorstel ‘Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo’

De Tweede Kamer heeft, na het debat met Staatssecretaris van Ooijen, ingestemd met het wetsvoorstel wet maatschappelijk verantwoord inkopen jeugdwet en Wmo. Met de wet wordt het gemeenten makkelijker gemaakt om jeugdzorg of maatschappelijke ondersteuning in te kopen. Daarnaast zorgt de wet ervoor dat er betere afspraken komen over redelijke prijzen en over zorgvuldigheid in het aanbestedingsproces.

Het wetsvoorstel

Allereerst heeft het Ministerie van VWS een programma ingericht om betrokken bij de inkoop van zorg voor jeugdigen en bij het aanbesteden in bijzonder te ondersteunen.

Daarnaast wordt in het wetsvoorstel de verplichting om te gunnen op basis van de economisch meest voordelige inschrijving (emvi-verplichting) geschrapt. Deze verplichting kan tot onnodige uitvoeringslasten leiden. Door deze verplichting te schrappen geldt de in de praktijk daaruit voortvloeiende plicht om offertes te vragen en te beoordelen niet meer indien de gemeente kiest voor het verlichte aanbestedingsregime. Wel moet er altijd rekening worden gehouden met de aangeboden kwaliteit en mag niet slechts op de laagste prijs worden gegund.

Het kabinet wil op deze manier ook de inkoop van jeugdzorg volgens de zogenaamde ‘open-house’-procedure te verminderen. Dat houdt in dat iedere aanbieder die aan vooraf door de gemeente gestelde criteria voldoet en voor de gemeente bekendgemaakte prijzen wil werken, een contract krijgt.

Het wetsvoorstel bevat ten slotte een opdracht aan gemeenten om bij verordening regels te stellen ter waarborging van de continuïteit van jeugdzorg en regels te stellen over reële prijzen in de Jeugdwet.

Het kabinet merkt overigens op dat het buiten de werking van de Aanbestedingsrichtlijn een betere oplossing zal zijn en dit wetsvoorstel de bestaande problematiek slechts in beperkte mate zal kunnen verlichten, maar dat dit pas mogelijk is wanneer de evaluatie van de richtlijn is geweest.

Reactie BDZA

Het is positief dat er aandacht is voor het verminderen van de administratieve lasten zodat de financiële middelen zoveel mogelijk ten goede komen aan de kinderen die dat nodig hebben. De BDZA onderschrijft ook de kritische houding van het kabinet t.o.v. de ‘open-house’-procedure. Ons inziens komt deze procedure de kwaliteit van de te bieden zorg niet ten goede. Daarnaast is het goed dat de wetgever onderschrijft dat reële prijzen nodig zijn om kwalitatief goede zorg te kunnen blijven bieden.

Het wetsvoorstel biedt echter nog steeds ruimte voor gemeenten om een eigen procedure vorm te geven. Juist de grote verschillen tussen gemeenten leveren meer administratieve lasten op. Dit wetsvoorstel biedt de mogelijkheid om gebruik te maken van een lichter aanbestedingsregime, maar dit is geen verplichting. Wij hopen dat in de toekomst hier meer eenduidigheid in wordt gecreëerd en dat gemeenten op alle mogelijke manieren gestimuleerd worden gebruik te maken van de ruimte die deze wetswijziging biedt.

 

 

Kamer stemt in met wetsvoorstel ‘Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo’