In de Zembla-uitzending “Diagnose dyslexie” van 18 mei 2025, wordt de toename van het aantal dyslexiediagnoses behandeld en worden er vragen gesteld over de betrouwbaarheid hiervan. De uitzending suggereert dat er mogelijk sprake is van overdiagnostiek en dat sommige diagnoses voortkomen uit tekortschietend onderwijs in plaats van daadwerkelijke dyslexie.
De BDZA (Branchevereniging Dyslexiezorgaanbieders) herkent het belang van een kritische blik op de toename van het aantal diagnoses en onderschrijft de noodzaak van zorgvuldigheid in het vaststellen hiervan. Wij willen echter enkele belangrijke punten benadrukken en nuanceren:
- Samenwerking in de keten is essentieel
Kinderen zijn gebaat bij een goed werkende keten: van onderwijs tot diagnostiek en behandeling. Die samenwerking vraagt afstemming tussen scholen, gemeenten en zorgaanbieders. Alleen zo zorgen we dat kinderen met ernstige leesproblemen niet tussen wal en schip raken. - Het belang van het kind verdient meer aandacht
In de uitzending wordt nauwelijks aandacht besteed aan wat leesproblemen voor kinderen betekenen. Voor ons is het belang van het kind leidend. Diagnostiek en behandeling zijn geen commerciële producten, maar zorgtrajecten die helpen voorkomen dat kinderen op achterstand raken – op school en daarbuiten. - Toename van diagnoses vraagt analyse
De stijging van het aantal dyslexiediagnoses vraagt om verdieping, niet om versimpeling. Oorzaken kunnen liggen in betere signalering, bewustwording en/of knelpunten in het onderwijs. Diepgaand onderzoek is noodzakelijk om de oorzaken vast te kunnen stellen. - Protocollen worden strikt gevolgd
Onze leden werken volgens het Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling 3.0 (PDDB 3.0). Dit protocol is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten en stelt strenge eisen aan diagnostiek en behandeling. Alleen kinderen met aantoonbaar ernstige, hardnekkige leesproblemen – ondanks intensieve ondersteuning op school – komen in aanmerking. Als deze richtlijnen onjuist worden toegepast, veroordelen wij dat nadrukkelijk. - Zorgniveau 3 en 4 zijn niet hetzelfde
De suggestie dat onderwijs (zorgniveau 3) en gespecialiseerde zorg (zorgniveau 4) hetzelfde zouden zijn, klopt niet. Zorgniveau 3 is gericht op extra oefenen binnen de school. Zorgniveau 4 is behandeling door een orthopedagoog in een klinische setting. Een orthopedagoog is niet alleen didactisch, maar ook therapeutisch geschoold. Die kijkt breder naar de ontwikkeling van het kind en kan bijvoorbeeld faalangst of blokkades aanpakken als dat nodig is. Het is dus geen verlenging van de oefentijd, maar een behandeltraject. Orthopedagogen werken onder beroepscodes, bieden psycho-educatie en vallen onder tuchtrecht. Dat vraagt om ander vakmanschap – en een andere verantwoordelijkheid. - Oproep: geef uitvoering aan het verbeterplan
In onze brief van 17 februari 2025 hebben wij onze zorgen uitgesproken over het uitblijven van voortgang in de verbeteraanpak dyslexie. Geen van de afgesproken maatregelen is gerealiseerd, terwijl de druk in de praktijk toeneemt. Wij zien meer aanmeldingen van kinderen met ernstige dyslexie én met grote leesachterstanden. Door het ontbreken van een goed werkende keten zijn wij soms genoodzaakt kinderen af te wijzen die duidelijk hulp nodig hebben, maar niet binnen de vergoedingscriteria vallen.
De BDZA blijft zich inzetten voor hoogwaardige, verantwoorde en kindgerichte dyslexiezorg. Wij staan open voor een constructieve dialoog en samenwerking met alle betrokken partijen om de zorg voor kinderen met dyslexie continu te verbeteren.
